-
Aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden
Vul het juiste aanwijzende of betrekkelijke voornaamwoord in:
- deze,
- die,
- dit,
- dat.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Homoniemen invullen (5)
Maak deze oefening op homoniemen. …Interactieve oefening (8)Leerkracht -
Homoniemen invullen (4)
Maak deze oefening op homoniemen.Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Homoniemen invullen (3)
Maak deze oefening op homoniemen.Interactieve oefening (4)Leerkracht -
Passive voice: Direct and indirect object (5)
Invuloefening waarin je een actieve zin passief maakt. Je kan zelf je antwoord zelf controleren.
Interactieve oefeningAndere functie -
Passive voice: Direct and indirect object (4)
Invuloefening waarin je een passieve zin actief maakt. Het persoonlijk voornaamwoord wordt het onderwerp van de passieve zin.
Interactieve oefeningAndere functie -
Passive voice: Direct and indirect object (3)
Invuloefening waarin je een actieve zin passief maakt. Je kan je antwoord zelf controleren.
Interactieve oefeningAndere functie -
Passive voice: Direct and indirect object (2)
Invuloefening waarin je een passieve zin actief maakt. Je gebruikt het vetgedrukte als onderwerp van de passieve zin. Je kan zelf je antwoord zelf controleren.
Interactieve oefeningAndere functie -
Passive voice: Direct and indirect object (1)
Invuloefening waarin je een passieve zin actief maakt. Je gebruikt het vetgedrukte als onderwerp van de passieve zin. Je kan zelf je antwoord zelf controleren.
Interactieve oefeningAndere functie -
Oefenen met het maken van een personal passive (6)
Invuloefening waarin je deel van een actieve zin passief maakt.
Interactieve oefeningAndere functie -
Oefenen met het maken van een personal passive (5)
Invuloefening waarin je een actieve zin passief maakt. Je kan zelf je antwoord controleren.
Interactieve oefeningAndere functie -
Oefenen met het maken van een personal passive (4)
Invuloefening waarin je een deel van een actieve zin passief maakt.
Interactieve oefeningAndere functie