-
Zinsdelen in de juiste volgorde plaatsen: Module 10 - FrancoFan 2
Oefening waarbij je zinsdelen in de juiste volgorde zet.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Faire des phrases: Oefening (9) - FrancoFan 2
Oefen het vormen van zinnen (uit module 9) door de woorden op de juiste plaats te slepen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordsoorten
Je leest een tekst waarbij je bij sommige woorden de woordsoort moet typen. Typ steeds de afkorting van de woordsoort, bijvoorbeeld ww voor werkwoord.
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Soorten zinnen: Mededeling, bevel, uitroep en vraag
Lees de zin. Duid aan welke soort zin het is.
Kijk naar het leesteken. Dit geeft info over hoe de zinnen gelezen moeten worden en over welk soort zin het gaat.Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Geheimen: Thema 6 - Taaltrapeze 4
Quiz voor inoefenen van de woordenschat bij thema 6.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 16 - Tijd voor Taal accent 5
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 16 van de methode Tijd voor Taal accent 5.
Je oefent volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -lijk;
- woorden met een koppelteken.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Indicatif présent verbes -er: Oefening
Invuloefening bij de tegenwoordige tijd van de werkwoorden op -er.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Alfabetisch rangschikken
Sleep de letters in de juiste alfabetische volgorde.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, GOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Vocabulaire: Vertaaloefening (12) - 5 Beaufort
Vul de juiste vertaling van de woorden van contact 12 in.
Interactieve oefeningAndere functie -
Verenkelen en verdubbelen
Met deze opdracht oefen je de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Lees de omschrijving en noteer een passend woord.
Interactieve oefening (6)Andere functie -
Woorden met f, h en j: Matchoefening
Woorden met f, h en j: match de woorden met elkaar.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woorden met f, h en j: Beginletter kiezen
Kies de juiste beginletter: start het woord met de letter f, h of j?
Interactieve oefeningLeerkracht