-
Kortrijk: Deelgemeenten
Met deze sleepoefening kan je de deelgemeenten van Kortrijk inoefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Marke: Buurgemeenten
Interactieve oefening om de buurgemeenten van Marke te oefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordsoorten
Je leest een tekst waarbij je bij sommige woorden de woordsoort moet typen. Typ steeds de afkorting van de woordsoort, bijvoorbeeld ww voor werkwoord.
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Soorten zinnen: Mededeling, bevel, uitroep en vraag
Lees de zin. Duid aan welke soort zin het is.
Kijk naar het leesteken. Dit geeft info over hoe de zinnen gelezen moeten worden en over welk soort zin het gaat.Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Geheimen: Thema 6 - Taaltrapeze 4
Quiz voor inoefenen van de woordenschat bij thema 6.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 16 - Tijd voor Taal accent 5
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 16 van de methode Tijd voor Taal accent 5.
Je oefent volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -lijk;
- woorden met een koppelteken.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Alfabetisch rangschikken
Sleep de letters in de juiste alfabetische volgorde.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, GOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Kinderrechten: Betekenis
Sleep naast elk kinderrecht de juiste betekenis.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Verenkelen en verdubbelen
Met deze opdracht oefen je de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Lees de omschrijving en noteer een passend woord.
Interactieve oefening (6)Andere functie -
Geschiedenis van de verlichting
Aan de linkerkant lees je een tekst waardoor je meer te weten komt over de geschiedenis van de verlichting. In de tekst ontbreken woorden. Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste zin.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Woorden met f, h en j: Matchoefening
Woorden met f, h en j: match de woorden met elkaar.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woorden met f, h en j: Beginletter kiezen
Kies de juiste beginletter: start het woord met de letter f, h of j?
Interactieve oefeningLeerkracht