-
Kommagetallen afronden
Je oefent het afronden van kommagetallen tot op een geheel getal, een tiende, een honderdste en een duizendste.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Cijferend aftrekken tot 100 000 met overschrijding
Je oefent het cijferend aftrekken tot 100, 1000, 10 000 en 100 000. Er zijn oefeningen met en zonder overschrijding.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Cijferend optellen tot 1000
Je oefent het cijferend optellen tot 1000 met en zonder overschrijding.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Procenten nemen
Oefening om procenten van getallen te berekenen.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Centraal zenuwstelsel: Kruiswoordraadsel - BIOgenie 3
Met dit kruiswoordraadsel kan je het hoofdstuk over het centraal zenuwstelsel inoefenen.
Interactieve oefening (6)Student (lerarenopleiding) -
Delen en begrippen van het skelet: Kruiswoordraadsel - BIOgenie 4
Kruiswoordraadsel over de twee grote delen van het skelet en de delen van het axiaal skelet. Ook de aandoeningen rachitis, osteoporose, O-benen en hernia komen aan bod.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Celorganellen: Functies
Je oefent met deze meerkeuzevragen de functies van de verschillende celorganellen van de eukaryote cel.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Stappen van het ademhalingsproces: Oefening - BIOgenie+ 1
Het in- en uitademen in het menselijk lichaam is een proces. In deze oefening plaats je de gegeven stappen in de juiste volgorde.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Percutane gastrostomiesonde: Oefening
Je oefent met deze quiz op jouw kennis van de percutane gastrostomiesonde.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Optellen tot het volgende tiental
Je krijgt een getal te zien.
Hoeveel eenheden moeten er nog bij zodat we bij het volgende tiental zijn?Interactieve oefeningAndere functie -
Optellen en aftrekken tot 100 zonder brug
Los oefeningen op van het type:
- TE +/- E,
- TE +/- T,
- puntoefeningen.
Interactieve oefeningAndere functie -
Optellen en aftrekken zonder brug tot 100
Los oefeningen op van het type:
- TE + E,
- TE - E,
- TE + T,
- TE - T.
Je krijgt steeds drie mogelijke antwoorden. Welk antwoord is het juiste?
Interactieve oefening (3)Andere functie